Algemeen

Hoofdlijnen

Inleiding

Deze kadernota is het eerste document in de planning & control-cyclus voor het samenstellen van de begroting 2022-2025. De kadernota is bedoeld voor de integrale afweging. In deze paragraaf presenteren wij het financieel meerjarenbeeld op hoofdlijnen en geven wij globaal inzicht in de ontwikkeling van ons weerstandsvermogen. Bij de begroting 2022 werken wij dit verder uit in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement. Voor een uitgebreide toelichting op de financiële ontwikkelingen verwijzen wij u naar de programma's en naar het hoofdstuk financiën.

De Kadernota borduurt voort op de 1e Voortgangsrapportage die u in juni heeft behandeld. De financiële mogelijkheden zijn beperkt en de ambtelijke capaciteit is slechts eenmaal in te zetten. Het college heeft daarom voor de resterende collegeperiode gekozen voor drie speerpunten: uitvoering restant collegeprogramma, herstelplan en regionale samenwerking.

Hieronder geven wij een financieel totaaloverzicht. Daarna presenteren wij de mutaties met een financiële omvang groter dan € 100.000.  Daarna gaan wij kort in op de corona effecten en presenteren wij het weerstandsvermogen. Voor een uitvoerige beschrijving van de corona effecten in relatie tot de CPB scenario's verwijzen wij naar de bijlage 'Risico's en onzekerheden corona'.

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Begroting
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Primitieve begroting

-1.901

-926

169

2

Wijzigingen 2e Voortgangsrapportage 2020

-139

304

218

218

Wijzigingen tot 1e VGR

20

20

20

20

1e Voortgangsrapportage

245

234

226

110

Stand meerjarenbegroting tot de Kadernota

-1.775

-368

633

350

Mutaties kadernota

1. Autonome ontwikkelingen

-767

-887

-903

-919

2. Actualisatie bestaand beleid

-470

-240

-155

-155

3. Nieuw beleid

-1.048

-1.856

-332

-332

Totaal mutaties Kadernota

-2.284

-2.983

-1.390

-1.406

Mutaties reserves Kadernota

0

0

136

136

Begrotingssaldo na kadernota

-4.059

-3.351

-620

-919

Waarvan incidenteel

2.827

2.489

0

0

Structureel begrotingssaldo na kadernota

-1.232

-862

-620

-919

* Opmerking: door de bedragen te presenteren x € 1.000 kan er sprake zijn van afrondingsverschillen

De kadernota laat een financieel meerjarenbeeld zien dat in alle jaren niet structureel sluitend is. Bij de begroting 2022-2025 moeten minimaal de laatste drie jaren structureel en reëel sluitend zijn om onder repressief toezicht van de provincie te blijven.

Hierbij moeten wij het volgende aantekenen:

Meicirculaire

In deze kadernota zijn de effecten van de meicirculaire (Algemene Uitkering uit het gemeentefonds) niet opgenomen, aangezien de meicirculaire later uitkomt. Dit geeft de nodige onzekerheid over de te verwachten inkomsten vanuit het Rijk. Middels een RIB wordt deze informatie, inclusief een geactualiseerd financieel meerjarenbeeld, separaat aan u verstrekt.

Financiële compensatie en wijziging bekostiging

Het structurele begrotingssaldo in deze kadernota is in alle begrotingsjaren negatief. Bij de begroting 2022-2025 moeten minimaal de laatste drie jaren structureel en reëel sluitend zijn. Op dit moment zijn er verschillende onderdelen in de compensatie en bekostiging vanuit het Rijk die hier een belangrijke
bijdrage in kunnen leveren. Op al deze onderdelen is nog een besluit van het kabinet nodig, voordat deze verwerkt kunnen worden in het saldo.

Het gaat over onderdelen als de compensatie voor de decentralisatie jeugd (jeugdtekorten), herijking van de algemene uitkering, de opschalingskorting en compensatie voor de aanzuigende werking bij de WMO. In de bijlage is een toelichting op deze punten opgenomen met een inschatting van het mogelijke financiële effect per onderdeel. Het mogelijke effect van ieder afzonderlijk onderdeel is substantieel in relatie tot het reëel sluitende meerjarenperspectief maar is omgeven met veel onzekerheid.

Omdat het niet duidelijk is hoe het Rijk om gaat met alle punten afzonderlijk of in samenhang, kunnen we in deze kadernota geen bedrag opnemen. De onzekerheid hierover is groot. Gezien het effect en het belang moet in de periode tussen de kadernota en de begroting meer duidelijkheid ontstaan over wat als baten op mogen nemen. De huidige lijn is dat we in de begroting de inkomsten uit het gemeentefonds opnemen volgens de laatst bekende circulaire van het Rijk.

Toelichting belangrijkste financiële mutaties

Bedragen x € 1.000

Mutatie omschrijving

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Belangrijkste mutaties > € 100.000

1. Autonome ontwikkelingen

Stijging tarieven 2022 Wmo en Jeugd

-631

N

-631

N

-631

N

-631

N

Vanaf 1 januari 2022 zullen de tarieven binnen de zorg stijgen. Gemiddeld verwachten wij een stijging van 3%. Deze autonome stijging zorgt voor een totale bijstelling van afgerond € 661.000.
Deze stijging zal gedekt moeten worden uit Rijksmiddelen.

Volumestijging Wmo

-404

N

-666

N

-928

N

-1.190

N

Er wordt rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van het aantal aanvragen bij de Wmo. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door vergrijzing van de bevolking. Het gaat met name om Hulp bij het huishouden, maar geldt ook voor Wmo-begeleiding en de verstrekking van voorzieningen (rolstoelen, scootmobielen en woningaanpassingen).

Actualiseren bijdrage voor de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Domein

200

V

239

V

501

V

747

V

De bijdrage voor 2022-2025 aan de MGR Sociaal Domein voor de diverse modules (WSP, Onderwijs en WgSW) is aangepast aan gewijzigde (concept) begroting van de gemeenschappelijke regeling. Hierbij is voor de module WgSW uitgegaan van het aantal arbeidsjaren per gemeente op 30-10-2020, indexering (personeel/materieel) en verwachte uitstroompercentage SW.

Bijdrage aan GR VGGM - Brandweer

-160

N

-160

N

-160

N

-160

N

Ten opzichte van 2021 is de compensatie voor loon- en prijsindex € 41.000, de verhoging voor de 24/7 post in Ede € 96.000, de impuls voor externe veiligheid € 3.000 en de nieuwe verdeelsleutel € 20.000. Hiermee komt de nieuwe bijdrage voor de Brandweer in 2022 uit op € 2.634.000.

Loonontwikkeling ambtelijke organisatie

-276

N

-276

N

-276

N

-276

N

De loonkostenstijging voor 2022 is door het CPB ingeschat op 1,2%. Gerekend over de totale loonsom van € 23 miljoen betekent dit een verhoging van € 276.000. In de algemene uitkering wordt de stijging gecompenseerd.

Actualiseren bijdrage GR Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers (GRHVOL)

-262

N

-160

N

-160

N

-160

N

De uitgaven van de GRHVOL stijgen. Dit heeft te maken met het feit dat de egalisatiereserve is uitgeput.
In 2022 verrekenen we de werkelijke kosten, waarbij we rekening houden met een investering van 3,5 miljoen voor vervangende nieuwbouw.
We doen een éénmalige storting in de reserve omdat een negatieve reserve niet is toegestaan.

Stelpost inflatie 2022

-650

N

-650

N

-650

N

-650

N

De Algemene Uitkering is gebaseerd op prijspeil 2022. Dit betekent dat bij alle begrotingsposten rekening moet worden gehouden met een prijsstijging (inflatie).
Voor een deel is deze kostenstijging meegenomen in financiële aanpassingen in deze kadernota (salaris, enkele verbonden partijen en zorgkosten). Voor de overige kosten hebben wij de inflatie berekend op € 650.000.

Stelpost eigen inkomsten 2022.

393

V

393

V

393

V

393

V

Voor de jaarlijkse kostenstijging (inflatie) is een stelpost opgenomen in deze kadernota. Maar naast de kostenstijging ramen wij ook een stijging van 1,4% op de eigen (belasting) inkomsten. Wij ramen de stijging van eigen inkomsten op € 393.000.

Algemene uitkering inflatiecorrectie

1.185

V

1.185

V

1.185

V

1.185

V

In deze kadernota is rekening gehouden met kostenstijgingen vanwege inflatie. Voor de algemene uitkering wordt daarom ook een inkomstenstijging vanwege inflatie geraamd. Er wordt rekening gehouden met een stijging van de algemene uitkering van 1,4% volgens de raming van het CPB van maart 2021. Dit is het percentage dat ook in de meicirculaire wordt gebruikt.

2. Actualisatie bestaand beleid

Openbaar groen

-125

N

-125

N

-125

N

-125

N

Wij komen tekort op de inhuur van personeel voor werkzaamheden ten behoeve van de groenvoorziening. Dit betreft ook de inzet van medewerkers van Scalabor voor de groenvoorziening. Voorheen werd bewust vacatureruimte van de afdeling openbare werken ingezet voor inhuur en de inzet van Scalabor. Echter deze ruimte is er niet meer vanwege structurele invulling van de vacatures. We zijn in gesprek met Scalabor om een nieuw contract af te sluiten en de inzet van de medewerkers van Scalabor in de groenvoorziening voort te zetten. Het structurele financiële effect bedraagt € 125.000.

Vervolg Wet Open Overheid

-100

N

0

V

0

V

0

V

Het gaat hier om de transparantie en verantwoording van de overheden te bevorderen door ze te verplichten zo veel als mogelijk informatie in een vroegtijdig stadium actief openbaar te maken en te publiceren. Dat betekent niet meer wachten tot ernaar wordt gevraagd. Samengevat: informatie wordt beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren. Om deze randvoorwaarden te realiseren:
(1) brengen we onze informatiehuishouding stapsgewijs per bedrijfsproces op orde;
(2) brengen we het proces van elf informatiecategorieën in beeld en borgen in de organisatie dat documenten (geanonimiseerd) kunnen worden gepubliceerd en
(3) slaan we informatie die duurzaam bewaard moet worden op in een digitale archiefbewaarplaats.
Om dit te kunnen realiseren dienen we in 2022 een aantal extra werkzaamheden te verrichten die niet binnen de bestaande capaciteit kunnen worden opgevangen.
Hiervoor is eenmalig in 2022 een bedrag van € 100.000 benodigd. Gemeenten worden gecompenseerd voor hun werkzaamheden.

3. Nieuw beleid

Capaciteit Juridische Zaken

-160

N

-160

N

0

V

0

V

We hebben bij Juridische Zaken alle taken en werkzaamheden in beeld gebracht. Indien we ons beperken tot de wettelijk verplichte taken, Juridische kwaliteitszorg en de ondersteuning van de afdelingen, is er in de formatie een tekort van 2 fte. Er is een verband met de toename van het aantal Wob-verzoeken, klachten en bezwaren.

Warmtenet Zevenaar fase 4

-340

N

0

V

0

V

0

V

In 2020 is samen met de woningbouwcorporatie en de provincie het plan van aanpak (fase 3A) opgesteld om tot een intentieovereenkomst te komen (fase 3B). We verwachten de intentieovereenkomst eind 2021 vast te stellen.  
Hierna gaan we door met fase 4, het komen tot een Samenwerkingsovereenkomst (SOK). Voor dit proces vragen wij een budget van € 190.000 in 2022. Dit budget gebruiken wij voor een projectleider, juridische deskundigheid (contracten en aanbesteding), technisch advies e.d..
Daarnaast vragen wij voor het vervolg van de Wijk van de Toekomst en voor onderzoek naar de betaalbaarheid van het uitfaseren van aardgas een totaalbedrag van € 150.000 in 2022 (beide onderdelen € 75.000).

Ontwikkelen naar een aantrekkelijker werkgever

-50

N

-100

N

-100

N

-100

N

Ten aanzien van aantrekkelijk werkgeverschap loopt de gemeente Zevenaar, evenals in de regio, aan tegen krapte op de arbeidsmarkt. De oplossingen worden deels binnen de gemeente Zevenaar gezocht en deels in regionaal verband opgepakt. Voor zover mogelijk worden de financiële gevolgen van deze ontwikkelingen  binnen de bestaande begroting opgevangen. Dat zal onvoldoende zijn om ons als gemeente Zevenaar onderscheidend te kunnen presenteren. Om onszelf daadwerkelijk als een aantrekkelijke en professionele werkgever aan te kunnen merken, is vooralsnog vanaf medio 2022 een bedrag van € 100.000 aan extra structurele middelen noodzakelijk zodat aan de ontwikkeling naar een moderne en professionele organisatie daadwerkelijk invulling kan worden gegeven.

Onderwijshuisvesting locatie Vestersbos - krediet inclusief IKC en sportvoorziening

0

V

-1.500

N

-156

N

-156

N

Het haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden voor het realiseren van een kindcentrum 0-16 jaar op locatie Vestersbos 4 in Zevenaar, inclusief een sportvoorziening voor alle leerlingen van het primair en voortgezet onderwijs is afgerond. De totale kosten bedragen afgerond € 19,3 miljoen waarvoor gedeeltelijk dekking is gerealiseerd. Het benodigde aanvullend krediet (van afgerond € 6,5 miljoen) voor de herontwikkeling "onderwijshuisvesting locatie Vestersbos" is gebaseerd op het scenario waarin 2 IKC's gerealiseerd (Tamboerijn/de Wissel) en de voorziening voor voortgezet onderwijs inclusief verkeerskundige voorzieningen worden gerealiseerd en sportvoorziening. De sportvoorziening (1 gymzaal incl. turnvoorziening) wordt op een nader te bepalen locatie gerealiseerd. Een deel van de totale kosten kan eenmalig worden afgeschreven (boekwaarden en sloopkosten van de locatie Vestersbos en gymvoorziening). De structurele raming betreft dekking voor de kapitaallasten in de begroting. T.z.t. volgt nog een separaat raadsvoorstel voor het beschikbaar stellen van het benodigde krediet.

(V = Voordeel; N = Nadeel)

Bedragen x € 1.000

Mutatie omschrijving

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Reserve mutaties > € 100.000

3. Nieuw beleid

Onderwijshuisvesting locatie Vestersbos - dekking via bestemmingsreserve afschrijvingslasten

0

V

0

V

136

V

136

V

(V = Voordeel; N = Nadeel)

Corona-effecten

Hieronder presenteren wij een tabel met de corona-effecten per programma en taakveld. De corona-effecten van de 1e voortgangsrapportage 2021 zijn voor het opstellen van deze kadernota opnieuw bekeken. De corona-effecten hoeven echter ten opzichte van de 1e voortgangsrapportage niet aangepast te worden.

Prg

Taak
veld

Taakveld omschrijving

Begroot 2022

Begroot 2023

Begroot 2024

Begroot 2025

6

6.2

Wijkteams

120.000

60.000

0

0

6

6.3

Inkomensregelingen

675.000

340.000

0

0

6

6.71

Maatwerkdienstverlening 18+

460.000

230.000

0

0

6

6.72

Maatwerkdienstverlening 18-

650.000

330.000

0

0

6

6.82

Geëscaleerde zorg 18-

70.000

40.000

0

0

Eindtotaal

1.975.000

1.000.000

0

0

Risico's
De corona risico’s zijn op basis van de CPB-raming van maart 2021 bijgesteld van 2,3 miljoen naar 2,8 miljoen. De vooruitzichten zijn positiever in de nieuwe raming. Op basis hiervan is de kans dat er een “nieuwe terugslag” komt naar beneden bijgesteld van 50% naar 30%.

Weerstandsvermogen

Inleiding

In de kadernota is een actualisatie van het weerstandsvermogen opgenomen. .

benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van een actuele inventarisatie van risico’s is de benodigde weerstandscapaciteit herberekend. De benodigde weerstandscapaciteit is gedaald van 10,8 (stand begroting 2021) naar 6,1 mln, voornamelijk door lagere risico's bij de grondexploitaties.

Het risico als gevolg van corona is geactualiseerd op basis van de maart raming  2021 van het CPB. Het risico is toegenomen van 2,3 naar 2,8. De kans dat er een "nieuwe terugslag" komt is lager ingeschat. Deze kans is naar beneden bijgesteld van 50% naar 30%. Een toelichting op dit risico is opgenomen in de bijlagen onderdeel risico's en onzekerheden. Als gevolg van deze bijstelling bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit € 6.061.000.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit zit in het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve. Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve zoals we die bij de jaarrekening 2020 hebben doorgerekend komt uit op € 32,5 miljoen. In deze kadernota dekken wij de bijgestelde begrotingssaldi ten bedrage van € 7,5 miljoen die ontstaan in het meerjarenbeeld 2022-2025 uit de algemene reserve. Daarnaast onttrekken wij  in 2022 € 6,5 miljoen voor de investering in onderwijshuisvesting aan 't Vestersbos. De nieuwe prognose van de algemene reserve komt daarmee uit op € 18.572.000.

Weerstandsratio
De ratio geeft de volgende uitkomst:

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

18.572.000

  = 3,06

Benodigde weerstandscapaciteit

6.061.000

Deze uitkomst van het weerstandsvermogen kan als uitstekend worden gekenmerkt. Dit betekent dat de financiële risico's ruim voldoende afgedekt worden. De ratio moet minimaal 1,0 zijn.

Beschouwing

Bij het beoordelen van de weerstandsratio moet worden meegenomen dat er geen rekening is gehouden met de onzekerheden die samenhangen met de financiële compensaties en wijzigingen in de bekostiging.

Daarnaast moet de weerstandsratio ook altijd in samenhang worden gezien met de structurele exploitatieruimte.

Deze pagina is gebouwd op 05/27/2021 10:38:47 met de export van 05/27/2021 10:31:23